Sommige soorten eten verder niets totdat ze vervellen, maar andere moeten al, zo klein als ze zijn, op voedsel uit. Ze vinden dit meer op de tast dan door te kijken. Deze jonge diertjes zuigen de vloeistoffen uit hun prooi, soms nadat ze eerst sappen in het dier hebben gebracht waardoor de vertering al in de prooi begint. Hun prooi is soms groter dan ze zelf zijn. Ze groeien doordat hun huid als een harmonica uit kan zetten bij de plooien tussen de segmenten. Daardoor veranderen ze ook van kleur als meer van de huid die tussen de plooien verstopt zat, zichtbaar wordt.